Historiek
Hervorming van de Civiele Bescherming 2.0
De Civiele Bescherming is hervormd op 1 januari 2019 met als doel om een meer gespecialiseerde, performante en moderne hulpdienst te worden. Deze wordt erkend voor zijn complementaire expertise binnen de Civiele Veiligheid op 2 niveaus: de Civiele Bescherming op federaal niveau en de hulpverleningszones op lokaal niveau.
De operationele eenheden zijn gecentraliseerd tot twee operationele eenheden: één in Crisnée en één in Brasschaat. Deze expertisecentra vullen elkaar efficiënt aan voor gespecialiseerde opdrachten die complementair zijn met die van de andere hulpdiensten.
Voor het personeel is een interessanter administratief en geldelijk statuur uitgevoerd.
Ontstaan van de Civiele Bescherming
De Bond voor Passieve Luchtbescherming van de Bevolking en de Burgerlijke instellingen, de voorloper van de Civiele Bescherming, werd in 1934 opgericht door de Belgische overheid om de bevolking te beschermen tegen militaire aanvallen. Actieve verdediging van burgers was een taak van het leger, maar de gemeentelijke en stedelijke comités van de Passieve Luchtbescherming moesten de bevolking waarschuwen, de eerste zorgen toedienen en het puin ruimen na bombardementen. De dienst organiseerde onder andere in Antwerpen en Luik reddingswerkzaamheden na de inslagen van V1- en V2- bommen eind 1944.
In 1945 werd de Passieve Luchtbescherming omgevormd tot een Nationaal Hulpkorps (NHK) met hoofdkwartier in het Jubelpark. Ze maakten gebruik van materiaal dat afkomstig was van de geallieerden (waaronder Amerikaanse vrachtwagens, Engelse pompen en klein Frans en Belgisch materieel). Voor het eerst werd er beroepspersoneel aangeworven.
1950 tot 2000
In 1951 werd het Nationaal Hulpkorps omgevormd tot het Korps Burgerlijke Bescherming met een eigen statuut dat werd vastgelegd werd in het KB van 11 maart 1954. In Lissewege en Le Roeulx werden “Grote Wachten” opgericht met eigen materiaal en personeel en in Liedekerke, Ghlin en Crisnée werden depots opgericht voor materiaal en voertuigen. In 1957 volgde een vierde depot in Brasschaat.
In 1959 maakte het hoofdkorps in het Jubelpark plaats voor het legermuseum. De vier oude depots - Liedekerke, Ghlin, Crisnée en Brasschaat – kregen meer autonomie en werden vanaf 1960 operationele eenheden. In 1988 werd een eenheid in Jabbeke geïnstalleerd.
2000 tot 2018
In 2006 verhuisde de afdeling van Neufchâteau naar Libramont. Sindsdien waren er tot 2018 zes operationele eenheden: Liedekerke, Ghlin, Crisnée, Brasschaat, Libramont en Liedekerke. Sinds de jaren ’60 evolueerden de rampen, risico’s en noodsituaties door technologische ontwikkelingen en is de Civiele Bescherming telkens mee geëvolueerd om zich toe te leggen op chemische, biologische en nucleaire risico’s.
De wet van 28 maart 2003 legde het takenpakket van de Civiele Bescherming vast. Er werd beslist dat de Civiele Bescherming in actie komt op vraag van de minister van Binnenlandse Zaken, een andere minister, een burgemeester, een provinciegouverneur, een ander hulpverleningskorps zoals de brandweer of wanneer een provinciaal rampenplan in werking treedt. De eenheden van de Civiele Bescherming leveren dus versterking aan de andere hulpdiensten.
De Civiele Bescherming leverde bij aardbevingen in Turkije in 1999 als eerste hulp en ondersteuning, waarna de regering een ondersteunende dienst B-FAST (Belgian First Aid and Support) heeft opgericht die door verschillende departementen ondersteund wordt (Binnenlandse Zaken, Defensie, Volksgezondheid, Buitenlandse Zaken, Ontwikkelingssamenwerking), onder coördinatie van Buitenlandse Zaken. Sinds 2003 levert de Civiele Bescherming manschappen en materieel die in het kader van B-FAST-operaties worden ingezet. Dat was bijvoorbeeld het geval bij de tsunami in Zuid-Oost Azië in 2005, de aardbeving in China in 2008, de aardbeving in Haïti in 2010, de overstromingen in Roemenië in 2010, de overstromingen in Bosnië-Herzegovina in 2014 en na de doortocht van de orkaan Maria in Dominica (een Caraïbisch eiland) in 2017.