50 jaar na de brand in de Innovation

Op 22 mei 1967 verwoestte een dramatische brand de grote winkel « Innovation » in Brussel. De brand verspreidde zich snel door de vele brandbare materialen. Giftige rook verspreidde zich in het gebouw. De nooduitgangen waren onvoldoende en slecht aangegeven. De mensen probeerden op alle mogelijke manieren te vluchten en de brandweer probeerde onafgebroken de brand te blussen. Er waren 300 slachtoffers te betreuren. Het land was in rouw. Het is de dodelijkste brand die België gekend heeft.
In de jaren na de ramp wijzigden grote veranderingen de organisatie van de brandweerdiensten en de brandpreventie. Jérôme Glorie, directeur-generaal van de Civiele Veiligheid: « De brand in de Innovation deed de politieke wereld beseffen dat brandveiligheid nodig was en dat de bijhorende economische kost geen obstakel mocht vormen. Deze brand liet toe om verschillende wetsontwerpen bedoeld om de brandveiligheid te verhogen, te versnellen, zoals dat het geval was voor de organisatie van de brandweerdiensten. Er werd knowhow opgebouwd bij de hulpdiensten, in de industrie, in de bouw en in de administratie. »
1967: organisatie van de brandweerdiensten
Om een permanente operationele dienstverlening te verzekeren, werd voortaan een minimumaantal personeelsleden en een minimum aan materieel voorzien in elke brandweerdienst. Er werd een classificeringssysteem ingevoerd van de diensten, in functie van de omvang van hun gemeente en van hun samenstelling (beroeps, gemengd of vrijwillig).
Dit besluit blijft gedurende meer dan 40 jaar van kracht en wordt pas opgeheven door de hervorming van 2007, naar aanleiding van een andere ramp: de ontploffing van een gasleiding in Gellingen in 2004.
1967: oprichting van ANPI
De vzw ANPI (Nationale Vereniging voor brand- en diefstalbestrijding) heeft als hoofddoel om maatregelen, middelen en technieken te bestuderen, aan te moedigen en te verspreiden om brand en ontploffing te voorkomen en om de bescherming van personen en goederen te bevorderen. ANPI, dat opgericht werd op initiatief van de Belgische verzekeringsondernemingen, groepeert de verzekeraars, alle industriële federaties en beroepsverenigingen die gesensibiliseerd zijn door de preventie van brand en diefstal, en de overheid.
1968: brandpreventie
Op het vlak van brandpreventie was de ramp in de Innovation het vuur aan de lont. Er werden strikte voorschriften toegepast op de industrie en op de bescherming van de werknemers, maar ook op de rusthuizen en de grote winkels. Zo moesten vanaf 27 mei 1968 alle « grote winkels » uitgerust worden met een sprinklerinstallatie. Een dergelijke installatie zou verhinderd hebben dat de brand in de Innovation zo’n omvang zou aannemen als die dag.
Sindsdien zijn de voorschriften waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen ook van toepassing gemaakt op winkels, hotels, cafés en kantoorgebouwen. Ze worden regelmatig geactualiseerd en aangepast in functie van de vernieuwingen en de lessen die uit incidenten getrokken worden.
Algemeen reglement voor de arbeidsbescherming van 1968
1970: staatssubsidies
Om hoge kwaliteitsnormen op te leggen en de gemeenten te stimuleren om te investeren in materieel, voerde de Staat een subsidiesysteem en een investeringskredietsysteem in.
Dit systeem werd recent vervangen door de dotaties die aan de hulpverleningszones toegekend worden.
1971: eenwording van de brandweer in Brussel
Voor de brand in de Innovation werd de veiligheid van de Brusselse bevolking verzekerd door een reeks gemeentekorpsen van wie de bevoegdheden zich doorgaans beperkten tot het gemeentelijk grondgebied. Na de brand werden de korpsen van de 19 gemeenten eengemaakt, werd er één enkele korpschef aangesteld en werden de bevoegdheden overgeheveld naar de Brusselse Agglomeratie.
Momenteel is het brandweerkorps van Brussel, de DBDMH (Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp), een dienst van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Wet van 26 juli 1971 houdende organisatie van de agglomeraties en de federaties van gemeenten
1975: uniformering van het materieel
Gelet op de omvang van de ramp intervenieerden verschillende brandweerdiensten ter versterking van de Brusselse brandweer. Ze werden meteen geconfronteerd met de moeilijkheid om verschillende machines en verschillend materieel onderling te koppelen. Dit gebrek aan standaardisering van de koppelingen van de slangen zorgde voor een problematische verwarring. Sindsdien werden de types koppelingen eenvormig gemaakt voor de openbare en private brandweerdiensten op het hele Belgische grondgebied.
Momenteel kunnen de hulpverleningszones hun materieel aankopen dankzij hun federale dotatie of eigen financiële middelen. Hiertoe werd ook een opdrachtencentrale gecreëerd op federaal niveau.