KB opleidingen treedt op 1 januari 2016 in werking

Brandweer
Opleiding

Na de aanpassingen aan het advies van de Raad van State, heeft de Ministerraad op 6 november 2015 na een tweede en definitieve lezing het ontwerp van Koninklijk Besluit betreffende de opleiding van de leden van de openbare hulpdiensten definitief goedgekeurd.

Dit Koninklijk Besluit heeft een belangrijke vernieuwing en modernisering van de brandweeropleidingen tot gevolg en treedt op 1 januari 2016 in werking.

 

 

Belangrijke wijzigingen in vergelijking met het Koninklijk Besluit van 21 februari 2011:

  • De nieuwe benamingen voor de brevetten:
B01Brandweer
B02Korporaal
M01Sergeant
M02Adjudant
OFF1Luitenant
OFF2Kapitein
OFF3Majoor
 Kolonel
  • Het aantal uren opleiding om brandweerman, sergeant en kapitein te worden, wordt uitgebreid, daar waar het aantal uren om korporaal en adjudant te worden, wordt verminderd. 
  • Het KB voorziet een aantal gelijkstellingen, zodat mensen die onder het vorig systeem een brevet hebben behaald, dit gevalideerd zien in tenminste een gelijkwaardig brevet in het nieuwe systeem. Brandweermannen en sergeanten die hun brevet gehaald hebben in het oude systeem, zullen wel een ‘delta opleiding’ moeten volgen voor ze bevorderd kunnen worden naar een hogere graad.
    Alle brandweermensen die momenteel een opleiding aan het volgen zijn, kunnen deze vervolledigen. Zij zullen het oude brevet krijgen, maar dit wordt gelijkgesteld aan het nieuwe.
  • Om toegang te krijgen tot het middenkader is er een verschil in vereisten voor professionele en vrijwillige brandweermensen. Daar waar beroepsbrandweermannen en –korporaals het ‘standaard’ brevet M01 moeten behalen, kunnen vrijwilligers zich beperken tot het volgen van één “koude” module (FOROP, PREV of EVAL) naar keuze. Op die manier wil de minister een beter evenwicht bereiken tussen de kerncompetenties van een sergeant-vrijwilliger en zijn complexer en tijdrovender wordende gezins- en werksituatie. De opleiding met betrekking tot “warme” (of interventie-gerelateerde) taken is echter voor iedereen hetzelfde en dat is belangrijk omdat de bevelvoerder van de autopomp voor interventies in het kader van de snelste adequate hulp een onderofficier moet zijn vanaf 7 december 2015.
    Een gelijkaardige regeling wordt ingevoerd voor de vrijwillige adjudanten en luitenanten die het brevet OFF2 willen volgen. Dat wil zeggen dat ook hier de opleiding noodzakelijk voor het uitvoeren van de interventies (“warme” modules) dezelfde blijven voor beroeps en vrijwilligers. De ‘koude” modules kunnen in het kader van de voortgezette opleidingen gevolgd worden.
  • Zowel professioneel als vrijwillig brandweerpersoneel zal jaarlijks minstens 24 uren voortgezette opleiding moeten volgen. Dit start met de verplichting om minstens zes uren in de periode 2015-2016 te volgen, 12 uren in 2017, 18 uren in 2018, om de volledige 24 uren te bereiken in 2019. 
  • Het operationeel personeel volgt ook jaarlijks minimaal 24 uren permanente opleiding in de zone. De 24 uren permanente opleiding per jaar zijn verplicht vanaf 2016.
  • Zelfstudie voor het theoretische deel van een opleidingsmodule wordt een mogelijkheid.
  • Er worden drie opleidingen voorzien over preventie, wat maakt dat iemand die slechts een deel van de opleiding brandpreventie gevolgd heeft al enkele eenvoudige preventietaken kan uitvoeren.
  • Leden van de jeugdbrandweer zullen vrijstelling krijgen voor deel I van het brevet B01 als ze slagen voor de nieuwe opleiding brandweerkadet.

Het Koninklijk Besluit betreffende de opleiding van de leden van de openbare hulpdiensten en tot wijziging van diverse koninklijke besluiten brengt ook een aantal aanpassingen teweeg voor het KB over het administratief statuut, waaronder:

  • De hulpverleningszones kunnen nu zelf Federale Geschiktheidsproeven organiseren, conform de modaliteiten opgelegd door de Minister.
    De originele fysieke proeven worden vervangen door realistischere ingangsproeven. Fysieke conditie blijft evenwel belangrijk maar het slagen voor de originele fysieke proeven wordt een benoemingsvoorwaarde. Zodoende kunnen stagiairs, gedurende één jaar en onder begeleiding van de zone, voorbereid worden zodat ze hun slaagkansen kunnen verhogen.
  • De anciënniteitsvoorwaarden voor bevorderingen zijn weggevallen. De Minister kan de inhoud van de bevorderingsproeven bepalen, maar totdat de Minister dit vastlegt, kunnen de zones dit zelf bepalen.
  • Mits het beschikken over het juiste brevet, kan men nu bevorderen tot twee graden boven de graad die men nu bekleedt. Zo kan een competente brandweerman onmiddellijk sergeant worden. Met uitzondering van een bevordering tot adjudant en kapitein, geldt deze regel voor alle graden.

We vragen aan de hulpverleningszones om eventuele vragen over dit Koninklijk Besluit te bundelen en over te maken aan onze juridische dienst via scvjur@ibz.fgov.be.

Verschillende experten van het Kenniscentrum voor de Civiele Veiligheid werken momenteel hard aan de nieuwe cursussen voor de acht brevetopleidingen. De eerste nieuwe cursussen zullen gegeven worden vanaf begin 2016. Hiervoor zal in december al een eerste “Train The Trainer”-opleiding rond Incident Command System (ICS) doorgaan in het Opleidingscentrum van Vlaams-Brabant (PIVO). Je zal meer hierover kunnen lezen in de volgende edities van de Newsletter Veiligheid.

Meer info: