Zonewerking

 

De werking van de 34 hulpverleningszones

De organisatie van de brandweer is tussen 1/1/2015 en 1/1/2016 volledig overgegaan van een gemeentelijke organisatie naar een zonaal systeem. Het koninklijk besluit van 2 februari 2009 tot vaststelling van de territoriale afbakening van de hulpverleningszones verdeelt België in 34 hulpverleningszones.

De overgang naar de zones bevatte een heel aantal uitdagingen.

- Contactgegevens van de hulpverleningszones en van de DBDMH - Update 04/11/2024

Hulpverleningsposten en posten van de Brandweer Brussel - Update 04/11/2024

- Kaarten van de 34 hulpverleningszones (pdf) - Update 03/2020

Meer informatie over de hulpverleningszones kan je terugvinden in:

Voorgeschiedenis

Voor de hervorming was de brandweer hoofdzakelijk gemeentelijk georganiseerd, met enkele uitzonderingen zoals de Intercommunale d’Incendie de Liège et Environs of de Brandweerdienst van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Hoewel er al bepaalde samenwerkingsverbanden tussen een aantal gemeenten bestonden (b.v. via de gewestelijke groepen), waren die eerder beperkt.

De gasramp in Gellingen in 2004 is een catalysator geweest om de hervorming van de civiele veiligheid op gang te brengen. De zogenaamde Commissie Paulus (naar de toenmalige gouverneur van de provincie Antwerpen die de commissie voorzat) heeft de verbeterpunten en krachtlijnen van de hervorming bepaald. De hervorming van de Civiele Veiligheid heeft drie belangrijke doelstellingen:

  1. een optimale organisatie van de hulpverlening aan de bevolking (‘snelste adequate hulp’)
  2. het vergroten van de veiligheid van burgers en hulpverleners
  3. professionalisering van het werkkader voor de leden van de hulpdiensten, inzake opleiding, materieel, standaard operationele procedures, uniform statuut voor beroepspersoneel enerzijds en vrijwilligers van brandweer anderzijds…

De basisprincipes die gehanteerd worden bij de uitwerking van de hervorming van de civiele veiligheid zijn de volgende:

  • een uniforme werkwijze, waarbij alle brandweerkorpsen (hulpverleningszones) op eenzelfde, efficiënte en veilige manier tussenkomen bij interventies.
  • een doorgedreven samenwerking en efficiëntere taakverdeling tussen hulpverleningszones, en tussen zones en eenheden van de Civiele Bescherming.
  • Innovatie, waarbij de beste middelen, opleidingen, procedures en regelgeving onderzocht worden en best practices uitgewisseld kunnen worden.
  • een uniformisering en herwaardering van het administratief en geldelijk statuut van de beroeps- en vrijwillige brandweermannen.
  • schaalvergroting, met een efficiëntere besteding van budget tot gevolg.

De principes van de organisaties en de werking van de brandweer en de civiele bescherming werden vastgelegd in de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid.

De uitvoering van de bepalingen in de wet zijn geleidelijk aan ingevoerd. In eerste instantie moesten de verschillende hulpverleningszones worden afgebakend. Het koninklijk besluit van 2 februari 2009 tot vaststelling van de territoriale afbakening van de hulpverleningszones over de hulpverleningszones verdeelt België in 34 hulpverleningszones.

De voorlopers van de hulpverleningszones waren de prezones, die de overgang naar de eigenlijke hulpverleningszones moesten voorbereiden door doelstellingen voorop te stellen. De prezones ontvingen subsidies van de federale overheid.

Sinds eind 2012 kregen de operationele prezones rechtspersoonlijkheid. Hierdoor konden de brandweerkorpsen op het terrein beter en efficiënter samenwerken en de federale dotaties beheren. Als een prezone materieel aankocht, behoorde dit sindsdien toe aan de hele zone en niet langer aan een gemeente. Zij mochten sinds begin 2014 bovendien ook personeel aanwerven.

Met ingang van 1/1/2015 konden alle operationele prezones die er klaar voor waren, beslissen om hulpverleningszone te worden. Zij konden dan partnerovereenkomsten sluiten met andere hulpverleningszones, maar ook met de operationele eenheden van de Civiele Bescherming, politiezones, provincies… Op 1/1/2016 zijn de laatste prezones officieel hulpverleningszone worden.

Nuttige documenten

 

Belangrijke documenten binnen een hulpverleningszone

De hulpverleningszones moeten een meerjarenbeleidsplan en een operationeel organisatieschema opstellen, rekening houdend met de risico’s in hun zone. De eerste stap hierbij is het opstellen van een risicoanalyse.

Er zijn twee soorten risico’s:

  • terugkerende risico’s zijn gebaseerd op statistieken van incidenten uit de afgelopen jaren. Het gaat hierbij om het aantal branden, dringende geneeskundige interventies en andere dringende en niet-dringende interventies. Hieruit kunnen o.a. risicogebieden afgeleid worden, zoals straten met veel oude gebouwen of industrie.
  • punctuele risico’s zijn natuurlijke, industriële of maatschappelijke risico’s, risicogebouwen of risico’s m.b.t. transport. Enkele voorbeelden hiervan zijn waterlopen, chemische bedrijven, massamanifestaties, ziekenhuizen en spoorwegen.

In het koninklijk besluit van 14 oktober 2013 tot vaststelling van de inhoud en de minimale voorwaarden van de risicoanalyse bedoeld in artikel 5, derde lid, van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid is vastgelegd hoe de risicoanalyse gemaakt moet worden. Ze moet behalve een beschrijving van het grondgebied steeds een inventaris en evaluatie van de risico’s op het grondgebied van de hulpverleningszone bevatten. Dit wordt aangevuld met kaartmateriaal en de middelen die de zone voorziet om aan deze risico’s tegemoet te komen. De uiteindelijke doelstelling van deze risicoanalyse is om zoveel mogelijk risico’s het hoofd te kunnen bieden door de locatie van de kazernes, de aankoop van het nodige materieel en de rekrutering van beroepspersoneel en vrijwilligers.
 
Het meerjarenbeleidsplan bevat de visie voor een hulpverleningszone voor zes jaar, onder andere op het vlak van prioriteiten, personeelsbeleid, middelen en posten. De zoneraad stelt dit document op.

Het operationeel organisatieschema bevat de meer concrete doelstellingen, prioriteiten en de praktische werking van een hulpverleningszone, om aan het meerjarenbeleidsplan te kunnen voldoen. De zonecommandant stelt het organisatieschema op.

 

Richtlijnen inzake archivering

 

Richtlijnen inzake fiscaliteit

 

Financiering van de zone

De financiering van de hulpverleningszones

De zones worden gefinancierd door:

  • de dotaties van de gemeenten van de zone;
  • de federale dotaties;
  • de eventuele provinciale dotaties;
  • de vergoedingen van de opdrachten waarvan de Koning de terugvordering machtigt;
  • diverse bronnen.

Wettelijke basis

Nuttige documenten

 

Boekhouding van de hulpverleningszones

Een koninklijk besluit bepaalt de budgettaire en boekhoudkundige regels die de boekhouding van de hulpverleningszones moeten regelen.

Wettelijke basis

Trimestriële rapportage

 
 

Zoneraad en zonecollege

De zoneraad bestaat uit alle burgemeesters van de gemeenten van de zone. De burgemeester is van rechtswege lid van de raad.

Binnen de zoneraad heeft elke burgemeester één stem, behalve bij stemmingen over de begrotingsopmaak, wijzigingen aan de begroting en de jaarrekeningen. In deze gevallen heeft elke burgemeester een evenredig aantal stemmen met de dotatie van zijn/haar gemeente aan de zone. Een koninklijk besluit van 10 juli 2013 legt de berekeningsmodaliteiten vast van het aantal stemmen waarover een zonale adviseur beschikt binnen de raad van de hulpverleningszone.

Een koninklijk besluit van 28 februari 2014 bepaalt bovendien de voorwaarden waaronder een zonale adviseur van een hulpverleningszone die omwille van een handicap zijn/haar mandaat niet alleen kan uitoefenen, zich kan laten bijstaan door een vertrouwenspersoon.

De gemeenteraadsverkiezingen hebben een impact op de samenstelling van de organen van de hulpverleningszones en de werking van de hulpverleningszones. De omzendbrief van 13 november 2023 heeft als doel de impact naar aanleiding van de gemeenteraadsverkiezingen van 13 oktober 2024 toe te lichten.

Wettelijke basis

  • Koninklijk Besluit van 10 juli 2013 betreffende de berekening van het aantal stemmen waarover een zoneraadslid beschikt in de raad van de hulpverleningszone. - B.S. 25/07/2013 - Update 12/2015

  • Koninklijk Besluit van 28 februari 2014 betreffende de voorwaarden waarvoor een zoneraadslid van een hulpverleningszone die, ingevolge een handicap niet zelfstandig zijn mandaat kan vervullen, zich voor de uitoefening van dit mandaat kan laten bijstaan door een vertrouwenspersoon. - B.S. 15/04/2014 - Update 10/2014

Nuttige documenten

In het geldelijk statuut brandweer en geldelijk statuut ambulancier zijn er geen delegatiemogelijkheden

 

Personeel van de zone

Zie de pagina over het personeel

 

Openbaarheid van bestuur

Hulpverleningszones zijn als administratieve overheden onderworpen aan de openbaarheid van bestuur op basis van artikel 32 van de Grondwet. De Commissie voor de toegang tot het hergebruik van bestuursdocumenten bracht in 2016 een advies uit over de toepassing van de openbaarheidswetgeving op de hulpverleningszones. Daaruit bleek dat de hulpverleningszones niet onder het toepassingsgebied van de wet van 11 april betreffende de openbaarheid van bestuur vielen en de Commissie niet bevoegd was. Dit advies was van toepassing tot en met 14 juli 2024. Vanaf 15 juli 2024 vallen de hulpverleningszones wel onder het toepassingsgebied van de wet van 11 april 1994 en onder de bevoegdheid van de Commissie wanneer zij federale bevoegdheden uitoefenen. De memorie van toelichting vermeldt opdrachten van civiele veiligheid of dringende geneeskundige hulpverlening als voorbeelden van dergelijke bevoegdheden. 

 

Wat betekent dit nu concreet voor de zones? 

  • elke burger heeft ten aanzien van de zone het recht op raadpleging en het recht op afschrift van een bestuursdocument. Voor documenten van persoonlijke aard zal de verzoeker een belang moeten aantonen. De procedure hiervoor wordt beschreven in de wet.
  • de zone wordt verplicht om een register van de aanvragen in het kader van de openbaarheid van bestuur aan te leggen en om onjuiste of onvolledige gegevens te corrigeren.
  • de zone kan een aanvraag weigeren op basis van de  weigeringsgronden uit artikel 6 van de wet. Vóór de wetswijziging waren slechts een beperkt aantal weigeringsgronden van toepassing op de hulpverleningszones, nu kan de zone zich op alle gronden beroepen.  
  • het is mogelijk om een gedeeltelijke openbaarheid toe te staan (art. 6, §4) 
  • de termijn om te antwoorden aan de verzoeker wordt bepaald (art. 6, §5)  
  • voor bestuursdocumenten waar auteursrecht op rust gelden specifieke bepalingen.
  • de zone kan een vergoeding vragen voor een afschrift van een bestuursdocument volgens de tarieven bepaald door de Koning. (koninklijk besluit van 17.8.2007 www.ejustice.just.fgov.be/eli/besluit/2007/08/17/2007000806/justel
  • de nieuwe bepalingen over actieve openbaarheid zijn niet van toepassing op de hulpverleningszones. 
     

Deze wijzigingen treden in werking op 15 juli 2024. Vanaf die datum zullen de zones de bepalingen inzake openbaarheid van bestuur toepassen wanneer zij federale bevoegdheden uitoefenen. 

Professor dr. Frankie Schram gaf in 2016 een toelichting over de beginselen van bestuursrecht voor de hulpverleningszones waarin ook de openbaarheid van bestuur aan bod kwam.
Het advies en de presentatie bij de toelichting vindt u hieronder. De presentatie is niet aangepast aan de wetswijziging (vanaf pagina 62 t.e.m. pagina118). 
 

Nuttige documenten

 

Begeleidingscommissie van de hervorming van de Civiele Veiligheid

Begin 2015 zijn het merendeel van de voormalige 250 Belgische brandweerkorpsen in het kader van de hervorming van de civiele veiligheid overgegaan tot hulpverleningszones. Bij deze nieuw gevormde zones rijzen vaak nog vragen over de wetgeving, hun organisatie en de financiële aspecten. De Begeleidingscommissie van de hervorming van de Civiele Veiligheid bundelt de vragen waar nog geen antwoord op is, onderzoekt deze en geeft hierover advies aan de minister van Binnenlandse Zaken. De begeleidingscommissie is samengesteld uit vertegenwoordigers van het kabinet van de minister van Binnenlandse Zaken, de Algemene Directie Civiele Veiligheid, de brandweerverenigingen (BVV, FRCSB, Beprobel), de minister van Volksgezondheid, de minister van Begroting, de gouverneurs en hun administratie, de Civiele Bescherming en VVSG en UVWC. De vertegenwoordigers van de raden van zonecommandanten en de vertegenwoordigers van de verenigingen van vrijwilligers zijn als expert opgenomen.

Op zijn vergadering van 2 maart 2016 heeft de begeleidingscommissie zijn huishoudelijk reglement goedgekeurd evenals de vorm waarin punten die de leden op de dagorde willen brengen moeten gecommuniceerd worden (model van fiche).

Wettelijke basis

Verslag van: