Plannen voor Europese Civiele Bescherming

Zivilschutz
Internationale Missionen
Organisation
België ijvert op Europees niveau voor een nauwere samenwerking tussen de lidstaten in geval van een ramp. Op dit moment kan Europa al rekenen op haar lidstaten bij grote rampen zoals aardbevingen of overstromingen. Om die hulp nog beter te doen verlopen, pleit België voor de verdere ontwikkeling van het Europees beleid voor civiele veiligheid.

We merken dat we de laatste jaren – zowel binnen als buiten Europa - steeds vaker te maken krijgen met natuurrampen zoals overstromingen, aardbevingen, modderstromen of technologische rampen zoals Fukushima of terrorisme. Telkens weer eisen die een zware menselijke en financiële tol. Als gevolg van de globalisering kunnen gebeurtenissen in het ene land ook een grote impact hebben op andere landen. Daarom moeten we op Europees niveau verder ingrijpen.”, zeggen Anne Baetens en Sebastiaan Druyts van de Internationale Cel van de Civiele Veiligheid. Op het moment van een grote ramp hebben landen individueel soms onvoldoende middelen beschikbaar. Daarom kunnen landen op zo’n moment een hulpaanvraag richten aan Europa die de vraag doorstuurt naar haar leden. Afhankelijk van de gevraagde hulp beslist elk land apart welke bijdrage ze levert. “Een goed georganiseerde solidariteit tussen landen is op zo’n moment onmisbaar. En net die solidariteit willen we op Europees niveau nog versterken.”, aldus Sebastiaan.

Noodplanning op Europees niveau

Om ons als Unie beter voor te bereiden op grote rampen, ijvert Europa ondermeer voor een Europese noodplanning. Als lidstaat van de Europese unie ondersteunt België deze visie volledig.”, aldus Sebastiaan. “Die Europese noodplanning begint met een lijst op te stellen van risico’s die een impact kunnen hebben op Europese schaal. Een scenario gebaseerde planning, afhankelijk van verschillende types rampen zoals overstromingen of aardbevingen.”, zegt Sebastiaan. Op basis van zo’n risicolijst kunnen responsplannen worden opgesteld. Voor elk mogelijk scenario zou er dan op voorhand al een uitgewerkt plan van aanpak zijn. “Stel dat een aardbeving een land treft, dan heeft Europa in dat geval meteen een heel responsplan ter beschikking waarin staat welke hulp van toepassing is. Zo kan Europa niet enkel efficiënter hulp inzetten, maar kan het ook gerichter investeren in de juiste preventieve maatregelen en responsmiddelen.”

Europees hulpkorps

In het kader van deze noodplanning ijvert België er ook voor om een systeem in te voeren met een Europees hulpkorps. “Het komt er op neer dat lidstaten zich op voorhand engageren om een bepaalde hulpcapaciteit te voorzien.”, vertelt Sebastiaan. “België zou bijvoorbeeld een USAR team (urban search and rescue) ter beschikking kunnen stellen. Dat wil zeggen dat wij aan Europa laten weten dat, gedurende een zekere tijd, België dat USAR team ter beschikking houdt. Als er ergens een ramp is dan kan Europa ons team meteen oproepen en inschakelen.” Op dit moment gebeurt de inzet van hulp nog te veel ad hoc. Europese landen beslissen op het moment zelf of en welke hulp ze willen bieden. Door op voorhand de capaciteiten van de landen in kaart te brengen heeft Europa een beter zicht op de hulp die het kan bieden. Door ook het engagement van de deelnemende landen te vragen kan Europa sneller en efficiënter het juiste (Europese) hulpteam samenstellen. “De gesprekken tussen de Europese lidstaten en instellingen zijn volop bezig. Het zal wel nog even duren voor Europa concrete beslissingen neemt,maar intussen blijven wij ijveren voor een nauwere Europese samenwerking.”, aldus nog Sebastiaan.